Het weer bij hoge- en lagedrukgebieden

 

De ligging van de hoge- en lagedrukgebieden heeft grote invloed op het weer in Nederland. In een gebied waar de lucht daalt, neemt de druk van de lucht op het aardoppervlak toe. Er ligt een hogedrukgebied of maximum. Op een weerkaart is het symbool voor een hogedrukgebied de letter H. Deze letter H wordt altijd in de kern van een hogedrukgebied genoteerd, daar is de luchtdruk het hoogst.

 

Een lagedrukgebied is een gebied met lage luchtdruk (L). Het wordt ook wel een minimum of depressie genoemd. De lucht stijgt waardoor de druk aan het aardoppervlak lager wordt. Stijgende lucht wordt kouder. De waterdamp in de lucht gaat dan condenseren en er ontstaan wolken, waardoor er vaak neerslag valt.